Odontoglossum
Deze pagina is bedoeld om u informatie en enkele handige tips te geven betreffende de verzorging van de Odontoglossum. Hier vind u tevens alle Odontoglossum soorten die wij in ons assortiment aanbieden.
Naamverklaring
De naam Odontoglossum komt voort uit de Griekse woorden ‘odon’ (tand) en ‘glossa’ (tong), waarmee verwezen wordt naar de twee tandachtige verdikkingen op de lip.
Kenmerken en herkomst
Odontoglossum is een geslacht met ongeveer 100 soorten die te vinden zijn in het tropisch gebied van Centraal- en West Zuid-Amerika tot Guyana. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in het noorden van het Andes gebergte, waar ze op hogere hoogtes voorkomen rond open plekken in de vochtige nevelwouden.
Het zijn voornamelijk epifyten die bestaan uit compacte pseudobulben waar één tot drie puntige bladeren op staan. De bloemstengel groeit vanuit de basis van de pseudobulben omhoog. Dit geslacht kent veel soorten met mooie, spectaculaire bloemen. De petalen en sepalen zijn geplooid en de lip is meestal vrij complex. Soorten die groeien op hogere hoogtes kunnen bloemstengels hebben met wel 150 bloemen, terwijl soorten die op lagere hoogtes voorkomen kleinere bloemstengels hebben die tot zo’n 20 bloemen kunnen dragen.
Deze bloemen kunnen wit, rood, paars, bruin, geel of gevlekt zijn met een mengeling van deze kleuren.
-
Odontoglossum bictoniense
Bloeiend: Nee€ 16,95 -
Odontoglossum Rawdon Jester "XXL Big"
Bloeiend: Ja (Beginnende bloemtak of bloeiend)€ 39,95
Verzorgingstips
Plaatsing
Odontoglossum hebben een halfschaduwrijke plaats nodig met een hoge luchtvochtigheid. In de winter moeten ze echter zo veel mogelijk licht krijgen.
’s Zomers mogen Odontoglossum ook buiten gehouden worden onder een afdak.
Temperatuur
In de zomer mag de temperatuur niet hoger dan 24,5℃ tot 28,5°C zijn en ’s nachts mag deze niet beneden de 15°C zakken.
Gedurende de winter is overdag een constante temperatuur van 14 à 18°C ideaal, ’s nachts mag deze dan enkele graden zakken.
Luchtvochtigheid
Wij adviseren een luchtvochtigheid ongeveer tussen de 40% en 65%. Dit is verschillend per soort binnen het geslacht.
Water
In het voorjaar en in de zomer mag men de planten ongeveer een maal per 7 dagen water geven. Let wel dat in sommige gevallen dit ook eens per 3 of 4 dagen kan zijn, dit kunt u zien aan de potgrond. Deze planten leven van oorsprong in een vochtig klimaat, de potgrond mag daarom ook nooit volledig opdrogen.
‘s Winters mogen de planten niet te nat staan, Odontoglossum mogen dan minder water krijgen, eens in de 14 dagen zal dan voldoende zijn. Wanneer ze ’s winters te nat staan kunnen deze planten sneller gaan rotten.
Bemesten
Tijdens de groeiperiode, in de zomer, kan men de planten twee maal per maand licht bemesten. In de winter hoeft men niet direct mest te gebruiken.
Door weersomstandigheden kan het soms voorkomen dat de Odontoglossum later in het jaar toch een nieuwe scheut aanmaakt. Het is dan raadzaam om de Odontoglossum weer licht te bemesten zodat de nieuwe scheut goed door kan groeien. Een grotere scheut geeft mooiere bloemtakken.
De bemesting is nodig omdat hier te weinig zonlicht is voor de Odontoglossum. Het zonlicht zorgt normaal gesproken voor de suikers die de Odontoglossum nodig heeft om te groeien en een bloemtak aan te maken. Zonder bemesting is het moeilijker voor de Odontoglossum om te bloeien.
Verpotten
Odontoglossum mogen ieder jaar opgepot worden. We raden aan te verpotten wanneer de plant weer begint te groeien, niet tijdens de winterrust. Planten met dikke, vlezige wortels mogen in grove bark verpot worden. Planten met dunnere wortels, mogen in fijne bark of in een mengsel van spaghnum (15%) en fijne of grove bark (80%).